Appelflappen zijn altijd goed, met oud en nieuw, maar ook de rest van het jaar! Je kan ze zowel warm als koud eten. Zelf vind ik ze het lekkerste als ze net uit de oven komen en nog warm zijn (uiteraard wel eerst laten afkoelen). Dit appelflappen recept is heel simpel te maken, je kan ze zelfs door kinderen laten maken.
De appelflappen die je hier ziet, heeft mijn dochter van 8 zelfstandig gemaakt. Iets jongere kinderen moet je misschien even wat helpen, maar er kan weinig mis gaan.
Wat heb je nodig?
10 ontdooide plakjes (roomboter) bladerdeeg
3 grote goudreinetten, fijngesneden zonder schil
30 gram rozijnen
20 gram suiker
1 theelepel kaneel
5 eetlepels rietsuiker
bakje met wat water
Hoe maak je het?
Verwarm de oven voor op 225 graden.
Meng de stukjes appel met de suiker, rozijnen en de kaneel. Leg een plakje bladerdeeg met een punt naar je toe. Leg een beetje van het appelmengsel op de onderste helft van het plakje bladerdeeg, zorg dat er zo’n 0,5 cm vrij blijft bij de randen. Doop je vinger in het bakje water en strijk vervolgens over de vrije randen heen. Vouw het plakje bladerdeeg nu dubbel en druk goed aan bij de randen, zodat deze stevig dicht zitten.
Bestrijk nu de bovenkant van de appelflap met een beetje water (dit kan met je vinger of met een kwastje), strooi hier vervolgens ruim de rietsuiker overheen. Leg de appelflap op de bakplaat, probeer wat ruimte tussen de appelflappen te bewaren, in de oven zetten ze nog wat uit.
Zet de bakplaat vervolgens 20 minuten in de oven, zodra de appelflappen goudbruin zijn, zijn ze klaar. Let op, eerst goed laten afkoelen, vooral de binnenkant kan erg lang vrij warm zijn!
Ik hoop dat jullie hier net zo van genieten als dat wij altijd doen!
Liefs Cin